Vier eenvoudige stappen naar
het leven in de Goddelijke Wil
Hoofdstuk 6 uit: Joseph Iannuzzi, pr.
De pracht van de schepping


Om ons voor te bereiden op het naderende, adembenemende tijdperk van vrede en de nieuwe aarde en de nieuwe Hemel is het raadzaam dat wij onderzoeken welke stappen leiden naar het bezit van de gave die ons toegang geeft tot deze hemelse werkelijkheid.
De gave van het leven in de Goddelijke Wil bereidt ons niet alleen voor op de stralende toekomst die ons wacht, die gave stelt ons in staat om deel te hebben aan de toekomst in het eeuwig nu. Ik heb al eerder aangegeven dat de ontvangst van deze gave gedragen wordt door de eeuwige modus die verleden, heden en toekomst terug brengt tot één enkel punt.
Voor praktische doeleinden wil ik nu aantonen dat het vrij eenvoudig is om deze gave te ontvangen:  het verlangen naar… de kennis van… de groei van de deugden  het leven ervan.

Stap 1: het verlangen naar…

In de door de Kerk erkende geschriften van de mystieken maakt Jezus uitgebreid duidelijk, dat het verlangen het belangrijkste element is om binnen te gaan en te leven in de Goddelijke Wil. Omdat uiteindelijk de H. Geest het menselijk schepsel in staat stelt om te verlangen en te beantwoorden aan God’s Wil, speelt de kennis van Zijn Wil een ondergeschikte rol. Neem bij voorbeeld de speciale kennis van Luisa Piccarreta’s geschriften over de Goddelijke Wil.
Hoewel de kennis van Luisa’s geschriften van grote waarde is, verwezenlijkt die kennis niet per se de Goddelijke Wil in de ziel van het menselijke schepsel.

Men kan hier en daar in de documenten van het kerkelijk leergezag vinden dat God’s Geest Zijn gaven verwezenlijkt in de ziel van het menselijk schepsel.
Zekere kennis van de geïnspireerde geschriften van Luisa en andere mystieken van deze tijd spelen een belangrijke rol bij de ontvangst en de ontwikkeling van God’s gaven, maar zonder het verlangen is deze kennis van weinig of geen waarde. Alleen wanneer de ziel, geletterd of ongeletterd, ontwikkeld of niet, verlangt te leven in God’s Wil, geraakt zij op het nieuwe mystieke pad. En naarmate de ziel vuriger verlangt te leven in de Goddelijke Wil openbaart Zijn Wil meer, hoe tijd en eeuwigheid één worden in de heiligmaking van de mensheid en de hele kosmos.
Leven in de Goddelijke Wil is een mystiek fenomeen dat soms de menselijke zintuiglijke ervaring overstijgt en het schepsel eeuwig verenigt met de Schepper.
Jezus vertelt Luisa dat het enige wat vereist is om de gave te krijgen van het leven in de Goddelijke Wil is dat het menselijk schepsel zijn wil volledig aan God aanbiedt met een vastberaden verlangen:


Terwijl ik nadacht over de heilige Goddelijke Wil, zei mijn lieve Jezus: “Mijn dochter, om binnen te komen in Mijn Wil zijn er geen paden, deuren of sleutels, omdat Mijn Wil overal is. Die beweegt onder je voeten, naar rechts en naar links, boven je hoofd, overal. Het schepsel verwijdert alleen de kei van haar wil…. Dit is nodig omdat de kei van haar wil Mijn Wil belemmert om in haar binnen te stromen… Op het zelfde moment dat de ziel de kei van haar wil verwijdert, stroomt zij in Mij en Ik in haar. Zij heeft dan al Mijn gaven tot haar beschikking: licht, kracht hulp en alles wat zij wil. Daarom zijn er geen paden, deuren of sleutels. Het is voldoende dat zij ervaar verlangt en alles wordt gedaan!” (deel 12- 16 febr.- 1921)

Stap 2: kennis

De speciale kennis die we tegenkomen in de geschriften van mystieken van deze tijd over het leven in de Goddelijke Wil trekt het menselijk schepsel aan en maakt het geschikt voor de voortdurende omvormende eenheid met God. Toch is de H. Geest, de Heiligmaker degene die de menselijke wil aanzet tot, verwezenlijkt en bestendigt in de Goddelijke Wil en die, aangetrokken door ons verlangen, “ons helpt in onze zwakheid” door voor ons te pleiten “met verzuchtingen te diep voor woorden.”
Ik herinner hier aan de leer van St. Augustinus:

Er is in ons een soort van onderrichte onwetendheid, onderricht door Gods Geest die onze zwakheid te hulp komt….
De Apostel zegt:… De Geest helpt ons in onze zwakheid; we weten niet hoe we moeten bidden, maar de Geest zelf pleit voor ons met verzuchtingen te diep voor woorden. Hij die de harten zoekt weet wel wat de Geest van plan is, want Hij pleit voor de heiligen volgens God’s Wil… Hij doet dat om je in staat te stellen te weten. (brief aan mgr. Proba)

Ongetwijfeld is de speciale kennis een effectief middel om ons aan te trekken tot en geschikt te maken om in de Goddelijke Wil te leven; afwezigheid van deze kennis belet ons zeker om deze prachtige gave te ervaren.
En er is goed nieuws! Door de kracht van de H. Geest, die bidt, verzucht en pleit in de zielen van de gelovigen, kunnen we onmiddellijk het verlangen krijgen om welke gaven dan ook te ontvangen die God ons wil geven, in het bijzonder de gave van de Goddelijke Wil… Hoe meer de kennis van God’s gaven in ons groeit, des te meer kunnen we die waarderen, er aan beantwoorden en er in leven. In deze betekenis is kennis een essentieel middel en bestanddeel van het leven in de Goddelijke Wil.


Stap 3: deugd

Om in de Goddelijke Wil te leven, d.wz om er voortdurend in te leven zonder die Wil te verlaten, moet het schepsel zijn verlangen voortdurend vervolmaken.
Daarom begint het met degelijke spirituele informatie te verwerven die een groter bewustzijn van God’s Wil zal bevorderen, dat op zijn beurt zijn wil in vuur en vlam zet vanwege liefde voor Hem en voor de hele schepping.

Als het schepsel voortdurend verlicht wordt door God’s geopenbaarde Woord, probeert het wederliefde te bewijzen voor alles wat God het heeft geschonken door voortdurende bevestiging van het verlangen.
Het schepsel bevestigt het verlangen door de ontwikkeling van de christelijke deugden.
Hier stuiten we op de woorden van St. Hannibal di Francia (brief 2) die het wezenlijke menselijke bestanddeel voor het blijven in de Goddelijke Wil benoemt:

Om met deze nieuwe wetenschap heiligen te vormen die de heiligen van het verleden overtreffen, moeten de nieuwe heiligen ook alle deugden van de heiligen van vroeger beoefenen en wel in heroïsche graad – de deugden van de biechtvaders en biechtelingen, van de martelaren, de kluizenaars, de maagden enz.

Jezus bevestigt deze leer aan Conchita: (bl. 230)

Als de transformatie in Jezus op gang is gebracht, wordt de H. Geest ook de geest van het schepsel en de gradatie ervan ligt aan de intensiteit en de omvang van de transformatie die strikt genomen afhangt van de groei van de ziel in deugdzaamheid.

Vandaar dat de Goddelijke Wil zich uitbreidt in die persoon maarmate men toeneemt in christelijke deugdzaamheid. Onnodig te zeggen dat deze standvastigheid in de deugd gebaseerd is op een levensstijl van gebed en werk, zoals bij de heiligen van vroeger. Het gebedsleven zal een variatie van vrome praktijken inhouden zoals meditatie, geestelijke lezing, overdenkend en contemplatief gebed, vasten en onthouding die op hun beurt het werk aanvullen.

Daar het schepsel liefde uitwisselt met zijn Schepper, beseft het al spoedig het vreselijk eindige karakter van zijn liefde en het wendt zich dan tot zijn Schepper om van Hem Zijn oneindige liefde te betrekken die Hemel en aarde omvat en iedere act van ieder schepsel in tijd en eeuwigheid, om zich te verenigen met Zijn goddelijk, eeuwig Wezen. Op deze wijze vormen het schepsel en de Schepper één synergetische actie in twee onderscheiden maar niet te scheiden willen. En als de wil van het menselijk schepsel vrij blijft om zich los te wrikken van God’s eeuwige Wil om te zondigen, maakt zijn standvastigheid in God’s goddelijk vermogen het mogelijk om hier van af te zien. De deugden van het schepsel hebben hem, onder invloed van de H. Geest, vol geloof verheven en getraind voor het leven in de Goddelijke Wil met voortdurende eerbied en heilige vrees.

Stap 4: leven

Hoe meer de vereniging van wil tussen Schepper en schepsel groeit, der te meer genaden en wonderen ontdekt het schepsel, terwijl de mate van heiligheid oneindig groeit. Eén enkele graad van heiligheid meer is een nieuw genadeleven dat alleen de eeuwigheid kan peilen – zo ongelooflijk is het resultaat.

Het is het leven van de heiligen, verinnerlijkt op aarde, bedoeld voor buitengewone groei.
Leven in de Goddelijke Wil is op aarde de eeuwigheid leven; het is op mystieke wijze de huidige wetten van tijd en plaats overstijgen; het is het vermogen van de menselijke ziel tegelijkertijd in het verleden, het heden en de toekomst te zijn, en iedere act van ieder schepsel beïnvloeden en die onderbrengen in God’s eeuwige omhelzing. Aanvankelijk zullen de meeste zielen dikwijls de Goddelijke Wil in en uit gaan, totdat zij geraken tot standvastigheid in de deugd. Toch is het deze standvastigheid in de goddelijke deugd die hen zal helpen om voortdurend te delen in de Goddelijke Wil, wat men noemt het leven in de Goddelijke Wil.

Wat betreft het moment waarop we voorgoed binnengaan in de Goddelijke Wil – hoewel God zelden dit moment openbaart aan Zijn schepselen, - verzekert Hij ons dat het openblik waarop we een voordurend een “juiste intentie “en een” vastberaden verlangen”om in Zijn Wil te leven bezitten, dat dat de maatstaf is voor de dag dat we definitief leven in de Goddelijke Wil.

Laten we ons inspannen om het grootste geschenk te leven dat God het mensdom heeft gegeven in deze dagen voorafgaand aan het algemeen tijdperk van vrede.
Laten we ons onderdompelen in God’s eeuwig leven om levende tabernakels te worden van de Eucharistische Jezus.
Het is een gave voor wie er om vragen en alles wat we moeten doen is ernaar verlangen, het kennen, groeien in deugdzaamheid en het leven.

Hoofdstuk 6 uit: Joseph Iannuzzi, pr. “De pracht van de schepping” ISBN 1-891903-33-0 (Engelstalig). (met toestemming van de auteur)